Het ongemak van Nederland
Het gesprek tussen Romana Vrede en Janine Abbring is inmiddels in alle grote kranten besproken. Janine had het niet makkelijk met Romana, daar waren alle recensenten het wel over eens. Maar hoe gemakkelijk had Romana het met Janine? Dat niemand deze vraag lijkt te stellen is tekenend voor Nederland.
Wie maakt het gemakkelijk voor wie? Wie voelt zich het eerst geroepen om andermans ongemak weg te nemen?
Hier en daar bracht Romana dit thema expliciet ter sprake. Zo vertelde ze hoe ze zich voorheen verontschuldigde voor haar autistische zoon, en er begrip voor had dat mensen haar vroegen hoe laat ze in de speeltuin zouden zijn: natuurlijk, zij hebben geen zin in het ongemak, dacht ze.
Maar daar is ze inmiddels van teruggekomen. Het wordt tijd dat de norm zich zo nu en dan eens aan haar aanpast, in plaats van de hele tijd andersom, liet ze zich later ontvallen: dat niet zij altijd het ongemak wegneemt voor de ander, maar de ander zo nu en dan ook voor haar.
Wie voelt zich bijvoorbeeld het eerst geroepen om een ongemakkelijke stilte te doorbreken? Janine constateerde oplettend: “jij laat je niets voorschrijven. Je denkt niet: ‘oh, de presentatrice houdt even haar mond dus nu moet ik leveren’.”
Er zit hier inderdaad iets krachtigs in: dat je niet als eerste “toegeeft” om gemeenschappelijk ongemak weg te nemen. Die kracht liet Romana ook expliciet zien in het fragment van Emma Gonzales, die in haar indrukwekkende speech tegen wapengeweld - zoals sommigen gemopperd zullen hebben - nèt iets te ongemakkelijk lang bleef zwijgen. Er is te lang begrip getoond, geslikt, naar beneden gekeken, weggelachen: allemaal om het ongemak bij de ander weg te nemen.
Maar - en hier zit de crux - hoe kan je weigeren je eigen ongemak weg te lachen als mensen zich niet eens bewust zijn van het ongemak dat zij bij jou veroorzaken? Als zij simpelweg niet de juiste gevoeligheid hebben om het te zien?
Wanneer je gesprekspartner, nadat je de hele avond een lans hebt gebroken voor mensen die onterecht langs de zijlijn worden gezet, een rode draad door je fragmenten denkt te zien: “het zijn eigenlijk allemaal buitenbeentjes heh?”
Wanneer je beelden laat zien van een rituele dans uit je geboorteland, en erbij vertelt dat je een onverklaarbare, diepe verwantschap voelt met iets dat ouder is dan je moeder, - een prachtige opening voor een open gesprek over wederzijdse postkoloniale zieleroerselen - en je gesprekspartner niet verder komt dan “ik heb zoiets met geuren geloof ik”.
Romana moest er geschokt om grinniken. ‘Waarom lach je?’ vroeg Janine.
Te lang hebben mensen als Romana onbedoeld ongemak moeten weglachen. Nu ze dat niet meer willen wordt er een beroep gedaan op de gevoeligheid van de ander, maar daarmee lijkt het, gezien de Zomergasten van afgelopen zondag, waarin Janine en Romana in de laatste minuut zo ontzaglijk veel verder van elkaar af zaten dan in de eerste, niet bijzonder goed gesteld. Nederland staat nog een hoop ongemak te wachten.
Comments
You can use your Fediverse (i.e. Mastodon, among many others) account to reply to this post/account.